maandag 5 december 2011

LEBKUCHEN Specerijen

peperkoek huisje model "favorina"



In Lebkuchen (Peperkoek, Gingerbread)  zit veel kaneel en kruidnagel en gember(poeder) en soms een beetje zwarte Peper. De verschillende specerijen wil ik geleidelijk aan uitwerken  hun (mogelijke) invloeden voor de gezondheid. Weer gegeven wordt herkomst, historie maar ook wetenswaardigheden en volksgeneeskundig gebruik. Voor zover ik hier over iets in de verschillende boeken websites iets heb kunnen vinden.


Om te beginnen met Kaneel

Familie:         Laurier (Lauracea)

Herkomst:    Madagaskar, India, Jamaica en Sri Lanka

Kenmerken:
Scherpe pittige boventonen en zoete oriëntaalse grondtonen. De olie kan worden vermengd  met                  wierook, mirre, sinaasappel, mandarijn, benzoë en ylang-ylang (1)

Therapeutische eigenschappen:
adstringerend,  anti- microbieel, digestief, krampstillend, maagversterkend, ontsmettend, opwekkend en windverdrijvend


Algemeen:
Kaneel is de gedroogde binnenbast van de kaneelboom. Er zijn nog meer bomen van ditzelfde plantengeslacht met aromatische bast zoals de Kassia.
Kaneel werd zeker 30 eeuwen voor onze jaartelling al gebruikt. Het oude Testament verhaalt over kaneel in heilige zalfolie die door Mozes in het Tabernakel werd verwerkt.
Vermoedelijk hebben de Foeniciers de export uit het Verre naar het Midden Oosten verzorgd.
Hippocrates 500 voor Chr. gaf de geneeskrachtige eigenschappen van kaneel al aan, tot op vandaag zijn deze opvattingen niet gewijzigd.
Sinds de 9e eeuw wordt kaneel ook in Europa gebruikt.



Geschiedenis

De naam kaneel is afkomstig uit het Latijn, "canella", "stokje".
Rond 2800 voor Christus wordt kaneel al genoemd in het kruidboek van de Chinese Keizer Shennung. Ook in het oude Egypte was kaneel al bekend. Het werd gebruikt in parfum.
Ook in de Bijbel was kaneel bekend. Het werd zo hoog gewaardeerd, dat kaneel zelfs een waardig geschenk kon zijn voor koningen en andere hoogheden. Kaneel wordt genoemd in Exodus 30: 23-25. Mozes wordt opgedragen om zowel zoete kaneel als cassia te gebruiken voor de zalfolie van het tabernakel: "Neem gij van de edelste specerijen: van fijne mirre vijfhonderd sikkelen, van geurige kaneel half zoveel, tweehonderd vijftig sikkelen, van keurigen kalmus tweehonderd vijftig, van kassie vijfhonderd sikkelen, en wel heilige sikkelen, op een stoop olijfolie. Maak daarvan heilige zalfolie, als een allerkeurigst mengsel van den specerijbereider; heilige zalfolie zal het zijn."
Vanaf 1580 hadden de Portugezen de heerschappij over Ceylon (het latere Sri Lanka), en daarmee het monopolie op de kaneelhandel. Zij legden het eiland een schatting op van 125 ton kaneel per jaar. De koning van Kandy riep vervolgens de hulp in van de Hollanders. Hiermee ging het kaneelmonopolie over in Hollandse handen. In 1765 begon men op Ceylon voor het eerst kaneel te verbouwen op plantages. In 1796 veroverden de Engelsen het eiland. Het monopolie op de kaneelhandel kwam vanaf dat moment in Engelse handen, totdat de Nederlanders er in Indonesië in slaagden om ook daar kaneelplantages a

Kaneel in de taal

  • Het leven is als een pijpkaneel, eenieder zuigt eraan en krijgt zijn deel. - Parodie op de spreuk van Joost van den Vondel, "De wereld is een schouwtoneel. Elk speelt zijn rol en krijgt zijn deel."
  • De spreuk gaat nog verder met: en wie niet zuigt die krijgt niet veel.
  • Om gerst en kaneelwater lopen. - Van het kastje naar de muur gestuurd worden.
  • Hij is boven zijn kaneelwater. - Hij is dronken.
  • Wordt eikenschors bij het pond gewogen, men weegt kaneel bij 't lood. (Puntdicht A.C.W. Staring, 19de eeuwse Nederlandse schrijver) - Hoe schaarser het artikel, hoe zorgvuldiger ermee wordt omgegaan.
  • Dat is nog uit de kaneeltijd. - Dat is heel oud (letterlijk: uit de tijd van de V.O.C.)


Toepassing

Kaneel wordt gebruikt als smaakmaker in zoete gerechten, zoals appelmoes of stoofperen, en in vele soorten gebak. Warme rijst met boter, suiker en kaneel is in sommige gezinnen een door kinderen zeer gewaardeerd dessert. Traditioneel wordt kaneel ook in snoep gebruikt, bijvoorbeeld in kaneelstokken, die op de kermis nog wel verkocht worden. Kaneel wordt sinds het eind van de twintigste eeuw ook gebruikt als smaakmaker in thee of koffie.
In India wordt kaneel (eigenlijk alleen de cassia) in allerhande vlees- en groentegerechten gebruikt. Kaneel is dan een onderdeel van het kerriemengsel.
Verder wordt kaneel toegepast in likeur, bijvoorbeeld Bénédictine. De etherische olie van de bast en het blad van de kaneelboom wordt wel gebruikt in parfums.


Productie

De kaneelboom groeit vooral in Sri Lanka, maar ook op Java, in Brazilië en Egypte. De kaneelboom groeit alleen in een tropisch klimaat, en dan het liefst aan de kust. De struik wordt twee tot drie maal per jaar gesnoeid, en daarbij laag gehouden. Van de 2 meter lange scheuten van ongeveer anderhalf jaar oud wordt de bast geoogst. Daarna wordt de schors en de middenbast verwijderd. De dunne binnenste bast blijft over. Die rolt zich vanzelf op. Daarna worden de rolletjes gedroogd. Bij het drogen verkleuren de stengels naar de typische geel-bruine kleur.




literatuur: 
Aromatherapiegids; Gill Farrer-Halls
Grote kruidenencyclopedie; Loewenfeld en Philippa Back
www.volkoomen.nl
Wikipedia 
Diverse websites